In dit artikel bespreken we uitgebreid wat lactose is, wat het doet in je lichaam en in welke voedingsmiddelen het wel en niet zit. Dat doen we in vijf punten:
- Inleiding: wat is lactose?
- Lactase: hoe wordt lactose verteerd?
- Wat is lactose-intolerantie?
- In welke voedingsmiddelen zit lactose?
- Welke producten zijn lactosevrij?
1. Inleiding: wat is lactose?
Lactose is de naam voor een chemische verbinding, die in de melk van zoogdieren voorkomt. Hieronder bespreken we waarom lactose in melk zit en wat het precies voor stof is.
1.1 Lactose: letterlijk melksuiker
Het woord “lactose” is een samenstelling van lac, van het Latijnse woord voor melk, en –ose, een achtervoegsel dat gebruikt wordt voor koolhydraten. Lactose wordt in het Nederlands soms ook wel “melksuiker” genoemd. Dat betekent dus hetzelfde.
Lactose of melksuiker zijn erg toepasselijke namen voor deze stof. Het komt namelijk uitsluitend voor in de melk van zoogdieren. (Overigens zijn zoogdieren de enige dieren die melk geven, maar voor de duidelijkheid formuleren we het toch maar zo.) Voorbeelden van dieren die lactosebevattende melk geven die ook door de mens wordt gedronken zijn onder andere:
- Geiten
- Yaks
- Koeien
- Schapen
- Buffels
- Kamelen
- Mensen
Het rijtje hierboven is overigens in oplopende volgorde gesorteerd naar het gewichtspercentage lactose van de melk. Geitenmelk bevat met 4,5% niet erg veel, koeien zitten er met 4,8% net boven en mensen hebben met 6,8% in moedermelk het hoogste gehalte van de soorten melk die door ons gedronken worden.
1.2 Waarom zit er lactose in melk?
Melk vervult een cruciale biologische functie. Zoogdieren heten immers zo omdat hun baby’s moeten worden gezoogd. Melk is daarmee een tijd lang de enige voedingsbron voor jonge zoogdieren.
Hoewel de onderlinge verhoudingen van dier tot dier tamelijk veel verschillen, bevat melk in essentie altijd dezelfde voedingsstoffen. Naast water (80-90%), allerhande vitamines en mineralen (0,5-1%) en eiwitten (1-10%) bevat melk vooral ook veel energie. Ongeveer de helft daarvan komt van vetten, de andere helft van suiker: lactose. Het is dus brandstof voor baby’s.
1.3 Chemisch perspectief: wat is lactose voor stof?
Lactose is een suiker. Chemisch gezien bestaat het uit twee andere suikers, namelijk galactose en glucose. Verder gedraagt het zich voor het blote oog net als kristalsuiker: de zuivere stof is wit poeder of witte kristallen, en het lost goed in water op, waarin het kleurloos is.
Overigens is lactose niet erg zoet, zeker niet in vergelijking met glucose, maar het is wel de stof die verantwoordelijk is voor de toch wat zoetige smaak van melk.
2. Lactase: hoe wordt lactose verteerd?
Lactose bestaat dus uit twee kleinere suikers, galactose en glucose. Die kan het lichaam wel direct verteren, maar lactose niet.
Daarvoor moet lactose dus eerst in twee stukjes worden geknipt. Dat gebeurt met behulp van een lichaamseigen enzym, lactase. Lactase komt in de dunne darm vrij en faciliteert de splitsing van lactose. Hierna kunnen glucose en galactose door de darmwand worden geabsorbeerd in de bloedstroom, waar ze direct als energiebron kunnen dienen.
Zonder lactase kan het lichaam lactose niet verteren, en dat kan tot klachten leiden. Mensen bij wie het niet kunnen verteren van lactose geen probleem is, hebben lactosemalabsorptie. Mensen die minder of geen lactase aanmaken en daar wel problemen van hebben zijn lactose-intolerant, zoals we in het punt hieronder in meer detail uitleggen.
3. Wat is lactose-intolerantie?
Mensen die geen lactose kunnen verteren en daar problemen door ondervinden zijn lactose-intolerant. Hoe lactose-intolerantie ontstaat en waarom het een probleem kan zijn verklaren we hieronder.
3.1 Inleiding: hoe ontstaat lactose-intolerantie?
Eerst een wellicht verrassend weetje: lactose-intolerantie is in Nederland bijzonder, maar wereldwijd juist de norm. Hoe komt dat?
Allereerst zijn mensen de vreemde eend in de bijt onder de zoogdieren, in de zin dat we nog melk consumeren nadat we gezoogd zijn. Weliswaar stoppen we vroeger of later met het drinken van moedermelk, net als andere dieren, maar daarna gaan we vrolijk door op de melk van andere dieren, zoals koeien. Er is geen enkel ander zoogdier dat de melk van een ander dier drinkt.
Daarnaast zijn Nederlanders, of eigenlijk Noord- en West-Europeanen en, in mindere mate, de periferie, de uitzondering onder mensen in ons melkgebruik. In Zuid-Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten wordt al veel minder melk gedronken, en in de rest van Afrika en in heel Azië komt het eigenlijk niet voor als voedingsmiddel.
Het blijkt dat dit uitstekend overeenkomt met het voorkomen van lactose-intolerantie. Dat varieert van 2% in Scandinavië tot ruim 90% in delen van Afrika en Azië. Dat blijkt te komen door evolutie. Enkele duizenden jaren geleden ondergingen bepaalde samenlevingen waarin de consumptie van melk belangrijk was voor het voortbestaan een genetische verandering, die hen in staat stelde lactose ook nadat de borstvoeding was opgehouden te blijven verteren.
Lactose-intolerantie is namelijk eigenlijk de natuurlijke standaard. En da’s ook wel logisch: het is namelijk efficiënt. Lactase, het enzym dat lactose in tweeën helpt te knippen, dient namelijk enkel dat doel. En melk is de enige natuurlijke bron van lactose. Als een dier of mens geen moedermelk meer ontvangt, is er dus ook niet langer een reden om lactase aan te maken. Dat gebeurt dan ook niet meer. De standaard voor mensen is dat ze lactase aanmaken in de eerste levensjaren, maar dat daarna de productie afneemt; soms zelfs volledig.
Hierdoor ontstaat dus op geheel natuurlijke wijze een lactose-intolerantie. Evolutionair gezien maatwerk. Genetisch onderzoek heeft uitgewezen dat de voorouder van alle moderne mensen, de neanderthaler, eveneens lactose-intolerant was als volwassene. De mensen in (onder meer) delen van Europa, die enkele duizenden jaren geleden opeens wel melk gingen drinken als volwassenen en daardoor een gen ontwikkelden dat hun leven lang lactase aanmaakt, zijn dus echt de uitzondering. Dit wordt overigens ook wel lactasepersistentie genoemd: de aanmaak blijft aanhouden.
Overigens is dit ook de reden dat dieren in en om het huis vaak geen melk kunnen verdragen. Volwassen egels zijn lactose-intolerant, en veel katten en honden ook. Jonge katten echter vaak nog niet (zie de afbeelding).
3.2 Lactosemalabsorptie of lactose-intolerantie?
Wanneer je te weinig of zelfs geen lactase aanmaakt, kun je geen lactose verteren. Dat is geen probleem als je geen lactose binnenkrijgt, maar ook niet als je enkel lactosemalabsorptie hebt. Dat betekent dat je geen lactose kunt opnemen. Het is aannemelijk dat er zich vrij veel mensen bevinden in dit grijze gebied tussen lactosetolerantie en lactose-intolerantie.
Ondervindt je wel problemen als je lactose binnenkrijgt doordat je het niet kunt verteren, dan heet je lactose-intolerant te zijn. Dit kan tot allerlei vervelende klachten leiden.
3.3 Wat zijn de symptomen van lactose-intolerantie?
Als lactose niet met lactase wordt afgebroken, komt het van de dunne in de dikke darm terecht. Daar trekt het water aan (osmotisch effect), waardoor een waterige ontlasting ontstaat. Daarnaast kan lactose in de dikke darm wel worden afgebroken door de darmflora. Deze bacteriën produceren hierbij veel extra gas en andere prikkelende stoffen.
Lactose-intolerantie kenmerkt zich door beide effecten door symptomen als buikpijn, misselijkheid, opgeblazen gevoel, kramp, winderigheid en diarree. Deze symptomen treden op binnen dertig minuten tot twee uur nadat lactosehoudend voedsel is geconsumeerd.
Deze symptomen variëren overigens enorm in hevigheid en duur van persoon tot persoon. Ook kan de soort maaltijd de klachten in belangrijke mate beïnvloeden. Ook dat is bij elke persoon met lactose-intolerantie anders.
3.4 Diagnose: hoe test je op lactose-intolerantie?
De diagnose is dan ook niet erg gemakkelijk te stellen, al zal het vermoeden van lactose-tolerantie wellicht snel ontstaan.
Een vrij algemene test voor volwassenen is de ademtest, waarbij je test op bepaalde gassen die de darmbacteriën produceren na het consumeren van lactose (specifiek waterstofgas). Voor baby’s wordt vaak onderzoek naar de ontlasting gedaan om de diagnose te kunnen stellen. Darmbacteriën scheiden naast allerhande gassen namelijk ook bepaalde zuren uit die de pH van ontlasting aantoonbaar kunnen veranderen.
3.5 Verschillende vormen van lactose-intolerantie
De hierboven besproken vorm van lactose-intolerantie komt veruit het meeste voor. Er zijn echter nog andere vormen van lactose-intolerantie. Bij secundaire lactose-intolerantie is de aanmaak van lactase afgenomen doordat (meestal) de darmwand beschadigd is. Dat kan onder meer door bepaalde micro-organismen, operatieve verwijdering of bestraling. Secundaire lactose-intolerantie is daarom in een aantal gevallen slechts tijdelijk van aard. Verder kan lactose-intolerantie ook een aangeboren afwijking zijn. Dat is gelukkig zeldzaam. Vroeger was het namelijk vaak een fatale aandoening: veel anders dan lactosehoudende moedermelk was niet beschikbaar voor baby’s. Heden ten dage is dat aspect van de aandoening minder problematisch.
3.5.1 Koemelkallergie
Soms wordt lactose-intolerantie wel eens verward met koemelkallergie. Dat is echter heel iets anders. Voor de duidelijkheid wordt het vaak wel koemelkeiwitallergie genoemd. Bij deze voedselallergie is er namelijk sprake van een ongewone reactie van het immuunsysteem op eiwitten in koemelk; met lactose heeft het niets van doen. Koemelkallergie speelt vooral bij baby’s een rol. Door hun nog onontwikkelde maagdarmstelsel komen soms onvolledig verteerde stukjes koemelkeiwit in het bloed terecht, waar het een allergische reactie kan ontketenen.
3.5.2 Galactosemie
Daarnaast wordt lactose-intolerantie soms in verband gebracht met galactosemie. Ook dat is onjuist; men zou zelfs kunnen stellen dat het de goede vertering van lactose is waardoor deze aandoening ontstaat. Bij galactosemie kun je namelijk geen galactose verdragen, dat voornamelijk als afbraakproduct van lactose in het menselijk lichaam voorkomt.
4. Lactoserijke producten: waar zit lactose in?
In Nederland is een lactosevrij dieet tamelijk lastig. Lactose zit namelijk in veel populaire voedingsmiddelen. Een aantal voorbeelden uit de zuivelgroep:
- Melk, waaronder volle, halfvolle, magere en karnemelk;
- Melk van andere dieren, zoals geitenmelk en schapenmelk
- Slagroom, zure room en crème fraîche
- Yoghurt, vla en kwark
- Boter
- Zachte kazen, waaronder zachte geitenkaas, zachte schapenkaas (ook feta), roomkaas, hüttenkäse, mascarpone, ricotta, mozzarella, smeltkaas, cottage cheese en verse kaas
In harde kazen zit door de bereidingswijze vaak zeer weinig tot geen lactose. Ook halfharde soorten zoals Goudse vallen daaronder.
Ook kan lactose in andere voedingsmiddelen voorkomen die niets met zuivel van doen hebben. Lactose wordt namelijk nog wel eens als vulmiddel of als andersoortig additief gebruikt. Op http://www.lactofree.nl/lactose-checker/ staat een handige checklist.
5. Lactosevrije producten
De meeste producten waar geen zuivel in verwerkt is zijn lactosevrij. Verder zijn er veel alternatieven voor zuivelproducten ontwikkeld. Zo heb je bijvoorbeeld:
- Lactosevrije melk
- Lactosevrije kaas (ook zachte soorten)
- Lactosevrije yoghurt
- Lactosevrije slagroom
- Lactosevrije boter
- En allerlei lactosevrije afgeleide producten, zoals lactosevrije taart, cake, gebak, koekjes, ijs, desserts, enzovoorts.
Zie voor een veel completer overzicht bijvoorbeeld http://www.lactofree.nl/lactose-checker/.
Naast het consumeren van louter lactosevrije producten zijn er overigens nog andere manieren om met lactose-intolerantie om te gaan. Je kunt bijvoorbeeld lactase bijslikken, zodat je lactose alsnog kunt verteren. Hiervoor heb je bijvoorbeeld lactasetabletten of –pillen. Voor meer informatie kun je het beste je dokter of voedingsdeskundige raadplegen.
Op dit artikel rust auteursrecht. Zonder onze toestemming is vermenigvuldiging verboden.
Louise deswijzen wolters says
4 april 2018 at 09:43Waarom zit lactose in het medicijn Thyrax dit is een tablet voor de schildklier ik begrijp dit niet kunt u me dit uitleggen. Hartelijke dank