Afschuimen is een kooktechniek die wordt gebruikt om schuim en andere drijvende bestanddelen te verwijderen. Het wordt vooral toegepast bij het maken van bouillons en bij de bereiding van vlees.
Het schuim dat zich bij de bereiding van die producten vormt bestaat voornamelijk uit eiwitten, maar bevat soms ook andere vervuilingen. Het is dan ook zelden zo mooi wit als op de afbeelding hierboven (bron). Daarbij smaakt het meestal ook niet erg best: zurig of zelfs bitter.
Techniek
Afschuimen doe je met een schuimspaan. Haal telkens voorzichtig een hoeveelheid schuim weg, spoel de schuimspaan even af onder de kraan en herhaal dat net zolang tot het oppervlakte van je saus of bouillon schuimvrij is.
Als een schuimspaan niet beschikbaar is, kun je ook een diepe soeplepel gebruiken voor het afschuimen. Duw het daarmee eerst naar de rand van de pan, om het daar dan te verzamelen. Zo voorkom je dat je al te veel andere zaken meeneemt naast het schuim.
Haal het schuim snel weg nadat het zich vormt. Als je dat niet doet kan het weer terug in je gerecht vallen en daar een nare smaaksensatie geven.
Clarifiëren
Soms wordt er expres schuim gecreëerd bij het maken van bijvoorbeeld consommé (een heldere bouillon). Dat schuim bevat dan allerhande vervuilingen en onzuiverheden uit de bouillon, zodat er met het afschuimen een zuivering kan plaatsvinden. Dat heet clarifiëren of klaren. Meer informatie daarover in ons artikel over clarifiëren.
Op dit artikel rust auteursrecht. Zonder onze toestemming is vermenigvuldiging verboden.
Geef een reactie